Passend onderwijs

Alle kinderen hebben, als dit nodig is, recht op passend onderwijs. Dit zijn niet alleen kinderen die problemen hebben met leren. Maar ook kinderen die bijvoorbeeld hoogbegaafd zijn. Passend onderwijs is de manier waarop onderwijs wordt geregeld voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zoals extra begeleiding of aangepast lesmateriaal.

Passend onderwijs is geen schooltype, je kind gaat dus niet ‘naar het passend onderwijs'.

Basisondersteuning en extra ondersteuning
Basisondersteuning wordt op iedere school geboden. Sommige kinderen hebben hier niet genoeg aan. Zij hebben behoefte aan extra ondersteuning. Soms omdat het leren lastig gaat, soms omdat het leren te makkelijk gaat. Kinderen met dyslexie en dyscalculie krijgen ondersteuning binnen de basisondersteuning.

Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?
Scholen werken samen in samenwerkingsverbanden. In een samenwerkingsverband maken de scholen afspraken met elkaar. Afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat elke leerling onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. De ene school kan zich bijvoorbeeld specialiseren in onderwijs voor kinderen met leerproblemen. Een andere school zorgt voor extra ondersteuning voor kinderen met autisme. En weer een andere school heeft een aparte klas voor hoogbegaafde leerlingen. Er zijn zelfs scholen die zich speciaal richten op de begeleiding en het onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen. Dit heet een begaafdheidsprofielschool.

Door beter samen te werken kunnen scholen dus zorgen dat alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, ook ondersteuning krijgen. Bovendien zijn scholen verplicht om hiervoor te zorgen. Dat heet de zorgplicht. 

Speciaal onderwijs
De bedoeling is dat zo veel mogelijk kinderen naar een gewone school kunnen gaan, maar het speciaal onderwijs blijft bestaan. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen daarom nog steeds naar het speciaal onderwijs.