Spel en sport

Je peuter is de hele dag bezig met blokken stapelen, schooltje spelen, knutselen, de pop aankleden of met de brandweerauto racen. Kinderen zijn dol op spelen. Alles is spel.

Spelen is leuk en stimuleert alle ontwikkelingsgebieden: taal, denken, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de motoriek.

Spelen is plezier
Tussen nul en zes jaar is spel de belangrijkste bezigheid voor een kind. Kinderen spelen voor hun plezier en niet omdat ze graag iets willen leren. Voor een jong kind is het resultaat niet belangrijk. Als kinderen spelen, zijn ze actief bezig, maar tegelijkertijd leren ze wel een heleboel.

Spelen is leren
Kinderen leren spelenderwijs de wereld om hen heen begrijpen. Ze doen tijdens het spelen nieuwe ervaringen op. Zo merken ze bijvoorbeeld dat een bal gaat rollen als je ertegen duwt en een blokje niet. Tijdens spelen wordt er vaak veel gepraat, en spel is de meest geschikte situatie om met andere kinderen om te leren gaan.

Spelmateriaal
Kinderen kunnen met van alles spelen: een stoel is een auto, een deksel het stuur. Voor jonge kinderen is spelen ook helpen bij karweitjes, bijvoorbeeld plantjes water geven. Ook met allerlei (kosteloze) materialen in en rond het huis kan je kind veel doen.

Tips bij het spelen

  • Het is verstandig om niet te veel speelgoed tegelijk te hebben staan. Als je een deel van het speelgoed opruimt, kun je regelmatig iets anders tevoorschijn halen. Dat is dan telkens weer een leuke verrassing voor je kind.
  • Laat je peuter zo veel mogelijk zelf uitproberen. Dan is je kind langer bezig en leert het meest.
  • Het proces van spelen is belangrijker dan het eindresultaat. Jonge peuters bedenken vooraf nog niet wat ze willen maken. Voor je kind gaat het om het bezig zijn. Het is niet erg als een knutselwerkje niet zo mooi is.
  • De meeste gemeenten hebben een speelotheek, waar je allerlei spellen kunt lenen. Daar kun je eerst eens uitproberen wat je kind echt leuk vindt.
  • Let bij het kopen van speelgoed op of het veilig is.